De OrkestCast

De OrkestCast, de podcastserie uit het hart van het symfonieorkest. Aflevering 9 met Johan Naus.

Marian van den Berg Season 3 Episode 9

Send us a text

Marian van den Berg praat in deze aflevering van De OrkestCast met Johan Naus, soloklarinettist van Orkest Phion. Johan is binnenkort te beluisteren als solist bij Phion met het klarinetconcert van W.A. Mozart. Hoogste tijd voor de OrkestCast om met Johan te gaan praten. Want, is dit klarinetconcert wel gecomponeerd voor de, heden ten dage, ons bekende klarinet? Wat is voor Johan de magie van spelen in een symfonieorkest? En hoe is Johan, ooit, bij de klarinet terecht gekomen?

U hoort er alles én nog veel meer over in deze aflevering van De OrkestCast.


SPEAKER_01:

Welkom en fijn dat je luistert naar De Orkestkast, de podcast uit het hart van het symfonieorkest. Deze aflevering is de gast in een zeer exclusief interview, Johan Naus, solo clarinetist bij Fion Orkest en binnenkort te beluisteren als solist in het clarinetconcert van Mozart. Hoogste tijd dus voor De Orkestkast om met Johan te praten, want is dit clarinetconcert MUZIEK Johan, welkom bij de orkestkast. Dankjewel, fijn om hier te zijn. Ik ben heel blij dat je er bent. Dat je de tijd hebt vrij kunnen maken. Met alle verhuisperikelen en zo. Dat klopt, ja. Het is even een drukke periode. Ja, dat kan ik me goed voorstellen. Maar de vakantie gaat toch wel een beetje beginnen nu? Ja, ja. Maar er is natuurlijk een aanleiding. En dat is dat jij begin van volgend seizoen... het openingsconcert van het eerste symfonische programma met Orkest Vion... Ja, dat klopt. Het is iets waar ik heel erg naar uitkijk. Ik vind het heel leuk om ervoor gevraagd te zijn. Het is een van de mooiste stukken geschreven voor clarinet in ons repertoire. We zijn echt gezegend met heel veel repertoire. Maar dit is wel een van de echte standaardswerken waar iedereen mee in aanraking komt als je clarinet speelt. En het langzame deel, dat staat al jaren in de top. Dat is erg bekend. En heel veel gespeeld. En het is... Als je het speelt, is het voor klantisten altijd een soort dubbel gevoel. Want ja, het is heel mooi. En tegelijkertijd is het ook iets wat altijd overal gevraagd wordt als je bijvoorbeeld een auditie doet.

SPEAKER_00:

Precies.

SPEAKER_01:

Dus het is het einde van de muziekschoolcarrière, het begin van het conservatoriumcarrière, het einde van je conservatoriumcarrière, het begin van je orkestcarrière, het einde van je... Het is natuurlijk iets wat, zeker die eerste paar maten, iets wat heel vaak terugkomt.

SPEAKER_00:

Ja.

SPEAKER_01:

En het is ook altijd ontzettend leuk om het nu dus te doen... zonder dat het wordt gevraagd op een auditie. En dat is iets wat heel veel atletisten zullen herkennen. Dat het zo heel dubbel is. Dus het is nu niet voor de auditie... maar het is nu eindelijk gewoon voor muzikale doeleinden. Ja, en dat is heerlijk. Dat is heerlijk om er op een andere manier mee bezig te zijn. Absoluut, ja. En was het echt je eigen keus nu... om dit stuk nu op dit moment te gaan spelen na de zomer... Of was er, laten we zeggen, een zachte drang vanuit het orkest? Nee, artistiek was het gewoon een keuze. Dus het past heel mooi in het programma en in het seizoen. En ja, ik vond het heel mooi passen. En ik was hier zelf ook heel blij mee. Dus nee, ik ben heel blij met die keuze. Maar die was denk ik al gemaakt, ja, op de achtergrond. Ja, precies. Ja, dat is wel eens eerder zo gebeurd. Met Bas Treup, die het vioolconcert van Mozart moest spelen. Moest, moest, moest, moest. Maar dat Was ook een suggestie. Laten we zeggen. Dat clarinetconcert van Mozart. Dat heeft een heel laat café nummer. Kugelsverzeignissen nummer. 622. En dat is eigenlijk het laatste. Voltooide werk van Mozart. Voordat hij dood ging. Twee maanden later ging hij dood. En hij heeft dat geschreven. Voor Anton Stadler. Als ik het goed heb begrepen. Dan heb ik daar iets over gelezen. En eigenlijk is dat clarinetconcert. is eigenlijk geschreven voor de Basset-klarinet. Want hij hield er van de lagere regionen. En toen heeft hij zelf een klarinet ontworpen, als ik het goed begrijp. Klopt dat allemaal wat ik zeg? Het klopt allemaal. Ik zie je. En wat gebeurde er toen verder? Want toen ontstond er dus een klarinetconcert, wat niet helemaal geschikt is voor de normale klarinet. Nee, dat is eigenlijk best een gek verhaal. Maar inderdaad, je ziet dat heel vaak bij werken voor een klarinet, dat de componisten Dat heb ik geschreven omdat ze een kleinetist kenden die ze zo mooi vonden spelen. En dat is natuurlijk een heel mooi voorbeeld bij Mozart, maar dat zie je ook bij Brahms en dat zie je later ook bij andere componisten. Maar ja, Anton Stadler had zelf een kleinet ontwikkeld. De kleinet was ook helemaal nog niet uitontwikkeld in die tijd. En je kunt in allerlei instrumentenmusea ongelooflijk verschillende gekke instrumenten zien met allemaal gekke toeters en bellen. Maar de bassetkleinet is inderdaad een soort verlenging van de gewone kleinet. waarbij je een terts lager kunt spelen tot de lage C. En Mozart vond hem heel mooi spelen, die Anton Stadler, en heeft daarna dat clarinetconcert geschreven. Maar ook het quintet is voor Basset clarinet. En het gekke is, volgens mij is er niet een originele partij of partituur gevonden voor dit instrument. Er zijn wel schetsen gevonden voor het normale instrument. Dus het wordt eigenlijk meestal gespeeld op het normale A-clarinet.

SPEAKER_02:

Oh, een A-clarinet, juist. Ja,

SPEAKER_01:

en die gaat wat minder laag. En dus moet je allemaal kunstgrepen verzinnen om dat missende stukje in de laagte dan toch maar te kunnen spelen. En je merkt eigenlijk dat in de jaren daarna, de tientallen jaren daarna, honderd jaren daarna, dat altijd op een normale kleinheid is gespeeld en niet meer op die basset kleinheid. En eigenlijk pas sinds de jaren 50 van de vorige eeuw, 1950 denk ik, zijn er een aantal mensen geweest die dat weer zijn gaan ontwikkelen. En inmiddels, het wordt nog steeds niet heel veel gedaan, maar je ziet het steeds vaker. Ik heb het een keer op Basset Kleinheid gespeeld. Oh, dus jij hebt ook zo'n instrument? Nee, helaas niet. Dat is dus het ingewikkelde. Als je zo'n instrument aanschaft, koop je hem eigenlijk dus voor alleen dat concerto en voor het quintet. Er is helemaal verder geen repertoire voor. Maar nee, dus je gebruikt het alleen maar voor dit concerto.

SPEAKER_00:

Ah, juist.

SPEAKER_01:

Ja, en er zijn dus niet zo heel veel mensen die zo'n instrument hebben. Ik heb er ooit in geleend. Dat was deze keer helaas niet mogelijk. Ja, Maar kan jij dan als clarinet... is het gewoon ook meteen weg op zo'n basset-clarinet? Nee, dat is echt wel oefenen. Dat is echt anders. En het mooie is... bouwers houden tegenwoordig wel rekening mee... dat je dus je eigen instrument... je eigen A-clarinet kunt gebruiken. Dan heb je het bovenste gedeelte met de kleppen. Dat is gewoon je eigen instrument... en je eigen setup... en je eigen mondstuk en je eigen rieten. En dan kopper je er eigenlijk een ander onderstuk aan. En met je duim kun je dan het lage register bedienen. En het is ook maar op een aantal plekken in dat concert... dat het die diepte ingaat. Maar als dat gebeurt, ja, dat is wel heel speciaal... en mooi om te horen. Ja, ik wou net zeggen, is dat dan ook extra mooi? Dat je denkt van, oh, wat prachtig, wat hoor ik nu? Ja, dat is wel heel bijzonder. Dat is heel bijzonder. En het blijft vreemd dat dat dus eigenlijk... honderden jaren niet bekend is geweest. En dat dat eigenlijk echt door historici dan opgegraven is. En ja, eigenlijk pas iets van de laatste jaren... is dat dat weer helemaal in zwangerscholen is gekomen. Ja, want ik heb al gelezen dat er ook wel opnames zijn... Z-klarinet. Maar ik geloof niet... dat ik dat verschil zo een, twee, drie hoor. Maar jij gaat het in ieder geval... in september ga jij het gewoon... op de A-klarinet

SPEAKER_03:

spelen.

SPEAKER_01:

Wat vind je eigenlijk... de allermooiste uitvoering... van dit concert? Wat is nou eigenlijk waarvan je dan zegt... dat benadert het ideale beest? Dat vind ik zo'n lastige vraag. Altijd als die vraag gesteld wordt... moet ik altijd denken aan... de grote verschillen die er zijn... in de clarinetwereld, in speelcultuur. Ik denk dat er weinig instrumenten zijn... waar de verschillen zo groot zijn... als bij clarinet. Dus als je kijkt naar de Engelse... speelstijl, of de Duitse speelstijl, of de Franse speelstijl, of de Weense speelstijl. Dat ligt zo ver uit elkaar. Maar dat is allemaal op hun eigen manier zo ongelooflijk mooi. Ik heb vooral een heel fijne herinnering aan Sharon Kemp, waar ik ooit een masterclass bij heb gevolgd. Dat is een van de eerste dingen die ik ooit op tv zag met Kleinet, waar zij in het Mozartgala, ik heb daar een cd van meegenomen, waar zij dat concert speelt op Asset Kleinet. Op Asset Kleinet? Ja, en dat heb ik hele goede herinneringen aan. Ook uit mijn jeugd. Ja, daar kunnen we dan misschien een stukje van gaan luisteren. MUZIEK Ja, je hebt die verschillende scholen in die clarinet. Ik heb altijd geleerd dat de Duitse en de Franse... het meest eigenlijk het verst uit elkaar liggen. En dat die totaal niet verenigbaar zijn in een orkest. Dus een orkest heeft of Duitse spelers of Franse spelers. En dat gaat absoluut niet mengen. Is dat zo strak? Is dat zo streng? Dat is altijd heel streng geweest. Je merkt wel dat er de laatste jaren... dat er iets meer verenigd wordt... en dat ook audities worden opengesteld... voor verschillende soorten instrumenten... en verschillende soorten spelers. Maar heel lang is er de gesloten wereld geweest. En dat had vooral te maken met de bouw van het instrument. Dus je had ook echt verschillende clarinetten. Een Duitse clarinet en een Franse clarinet. Vroeger heb je nog steeds ook wel de Engelse clarinet... en de Weense clarinet bestaat ook nog steeds. En dat heeft allemaal te maken met de boring van het instrument. Een Weense boring is het grootste, het wijdste. En dan krijg je de Duitse... Boring is iets nauwer. En wat is de boring? De boring is eigenlijk de diameter van de buis en de binnenkant van het instrument. En als die groter wordt, dan heb je dus ook een korter instrument. En bij Franse kleinetten is die smaller en wordt het instrument ook iets langer. Dus de bouw is echt anders. De manier waarop je de kleppen plaatst en de gaten boort is ook anders. En vooral het geluid is echt een groot verschil.

SPEAKER_02:

Dat is nog heel interessant. Kan je een hele nieuwe podcast

SPEAKER_01:

serie overmaken? Ja, dat is Dat is een heel interessant onderwerp. Je hebt Jack Brimer. Dat was vroeger een hele beroemde Engelse clarinetist. En je had vroeger zo'n boekenreeks. De Menuhin-reeks was dat. En voor elk instrument werd er een belangrijk persoon... voor dat instrument dan gevraagd om daar een boek over te schrijven. En voor de clarinet was dat Jack Brimer. En toen ik dat ontdekte... toen begon ik net het conservatorium in Maastricht... ik vond dat een fantastisch boek om te lezen. Daar stond alles zo in detail... uitgelegd hoe dat instrument precies in elkaar zit. We hebben een heel vreemd instrument als het gaat om de boventonen. Dat is helemaal anders dan alle andere blaasinstrumenten. En dat heeft te maken met de bouw van dat instrument, waardoor wij niet alle boventonen hebben. Dus wij hebben alleen maar de oneven boventonen. De oneven boventonen? Dat is een natuurkundig fenomeen. Want als je een buis hebt die evenwijdig aan elkaar loopt, dan dan heb je alleen maar de oneven boventonen. Dus als je kijkt naar het boventonenspectrum, dan hebben normale instrumenten 1, 2, 3, 4, 5. We hebben alleen 1, 3, 5, 7, 9. En het gevolg daarvan is eigenlijk heel praktisch. Namelijk dat je met een korte buis hele lage noten kunt spelen. Dus als je kijkt naar een clarinet, de lengte van een clarinet, als je dat vergelijkt met de lengte van een hobo, die zijn ongeveer even groot, die instrumenten. Maar de clarinet kan veel lagere tonen produceren. En hoe kan dat dan? Dat komt... omvang. We gaan meteen de diepte in. Alle mensen. Jeetje, wat interessant allemaal. Dat is dus echt specifiek alleen voor de clarinet. Dus fluit heeft dat niet, hobo heeft dat niet, vergopt heeft dat niet, saxofoon heeft dat niet. Wij zijn het enige instrument waar dat zo werkt. En onze omvang is dus ook heel erg groot. We kunnen met een klein instrument lage noten spelen en hele hoge noten spelen. Maar dat heeft dus ook consequenties voor hoe je zo'n instrument bouwt. Want als bij ons een gat misschien net verkeerd geboord wordt... dan is die afwijking veel groter dan bij een ander instrument. En sterker nog, alle instrumenten, alle blaasinstrumenten... als die een toon produceren en die blazen dan de toon over... dan krijg je een oktaaf. Maar bij ons spring je meteen een veel grotere afstand. Dat heet dan een duodesiem.

SPEAKER_00:

En wij

SPEAKER_01:

stemmen dus helemaal anders dan alle andere instrumenten. Dus alle instrumenten die stemmen... We stemmen gewoon in kwinten en in oktaven en in mooie intervallen. En wij doen dat niet. Johan, er gaat een wereld voor me open. Ik had er geen idee van. Voor mij is dat echt wel een van de kenmerken van wat is een klein net. Dat principe, ik leg dat altijd graag uit aan mensen en aan studenten. Dat heeft allerlei consequenties. Namelijk waarom onze klein net klinkt zoals een klein net. Waarom wij zo'n groot bereik hebben. Waarom het zo moeilijk is om... om goed te stemmen. Want de instrumenten zijn van oudsher... zijn ze moeilijk te stemmen. En moet je heel veel werken... terwijl je speelt om het zuiver te kunnen uitvoeren. Dus dan is die partner die naast je zit... die andere klarinetist in het orkest... dat is heel nauw samenwerken. Want die ander... kijk, jij zoekt voor de juiste intonatie... maar die ander natuurlijk ook. En dan moet je dat daar vinden. Ja, ik weet wel dat er... diverse plekken zijn... in de orkestliteratuur... waar dat heel duidelijk ook hoorbaar is. Dat zoeken. De hele linker passages voor de klarinetten. Ja. We hebben een heel bijzonder instrument. En een afwijkend instrument. En dus voor mij maakt dat het eigenlijk heel erg bijzonder. Ja. Maar welke... We hadden het over die klarinetscholen. Welke school speel jij eigenlijk? Ja. Weer een hele interessante

SPEAKER_02:

vraag. Ja, ja, ja. Dus

SPEAKER_01:

ik heb... In Nederland hebben we van oudsher... en we hebben het ook al op de laatste 60, 70 jaar... houden wij heel erg van dat Duitse geluid. Dus we zijn georiënteerd op Duitsland. Maar, het is helaas bij onze kleinetisten altijd een maar... die Duitse kleinetisten hebben ook een ander afwijkend vingersysteem. Dus dat is best lastig spelen. En het Franse systeem, wat de rest van de wereld speelt... is technisch veel eenvoudiger. En toen hebben de Nederlanders bedacht... we gaan de binnenkant van het instrument maken bij Duits... Dus we hebben een Duitse boring met een Duits geluid. Maar de buitenkant, het kleppersysteem maken we Frans. Dat heet dan Reformbeum. En jarenlang is dat, dat is iets wat alle Nederlanders eigenlijk speelden de laatste 60, 70 jaar. Het begint min of meer ook wel een beetje, beginnen we een beetje te verliezen, dat systeem. Want je merkt dat het nu toch vooral Frans is in de wereld. Maar er is tegenwoordig wel wat te kiezen. Dus als je nu jong bent en je gaat studeren en dan kun je echt naar verschillende bouwers toe en dan kun je echt kiezen tussen verschillende systemen. Je kunt van alles proberen. En omdat het ook minder belangrijk is als je ergens gaat werken of een concert speelt, of je nou in Frans of Duits of Engels of Weens speelt, is die wereld wat opener geworden. Ja, en merk je dat mensen ook makkelijker switchen en kiezen en dat je ook wat, als bijvoorbeeld een bepaald systeem is dat voordelen heeft of een ander systeem dat voordelen heeft, dat mensen ook makkelijker combineren en dat er op het moment ook best wel weer veel ontwikkeld wordt. En dat die hele ontwikkeling van de kleinheid dus niet stilstaat. Nee. De wereld opent zich natuurlijk ook, dus je krijgt veel meer contact met elkaar. En als de rest van de wereld Frans speelt, dan krijg je die invloed natuurlijk ook veel meer binnen.

UNKNOWN:

Ja.

SPEAKER_01:

Je ziet dus nu dat in Duitsland bijna niemand meer een Duits mondstuk speelt. Eigenlijk speelt iedereen in de wereld tegenwoordig Frans. Ook in Duitsland. En is dat met dat draadje of is dat met dat schroefje? Ja, dat koortje wat wij gebruiken om het riet vast te binden op het mondstuk. Dat wordt nog gebruikt. Maar dat is gewoon een manier om je riet vast te binden. Dat kan ook met een rietenbinder, een metalen rietenbinder. Of met een schoenveter. In principe is de uitwerking hetzelfde.

UNKNOWN:

Oh ja.

SPEAKER_01:

En dat maakt iets uit in de klank... maar het is waar je voorkeur ligt. En met die rieten heb ik ook altijd gedacht... moeten clarinetisten nou ook zo enorm die rieten snijden... zoals hoboïsten? Ik heb ze vroeger zelf gemaakt. Ik heb een machine thuis ook. En dan soms na een maand hard werken... dacht ik, nu weet ik eindelijk hoe het moet. Maar dan op een of andere manier... een paar weken later was het toch heel ingewikkeld... om dat weer goed te krijgen. Dus als ik dan sprak met collega's... die hobo's speelden of fagots speelden... die altijd zelf hun eigen rieten maken. Ja, dan weet iedereen altijd heel goed voor zichzelf... hoe ze het moeten maken. Maar er is niet echt een eenduidige manier om het te doen. Dus het zorgt voor zoveel werk en frustratie. En je merkt eigenlijk in onze wereld, in de planetenwereld... dat iedereen rieten koopt. Die zijn ook redelijk goed. En

SPEAKER_02:

dan is het eigenlijk klaar. Of moet je er een klein beetje bij

SPEAKER_01:

schaven? Wij werken wel bij en wij schaven bij. Maar in principe is het meeste werk gelukkig al gedaan...

SPEAKER_02:

En

SPEAKER_01:

ik heb ontzettend veel respect voor mijn collega's Robo en voor God. Want daar zit zoveel tijd in. En het kan ook soms zo frustrerend zijn om iets te maken wat dan niet werkt. En het is heel moeilijk om erachter te komen wat wel werkt en waarom het dan wel werkt. De truc is natuurlijk dat je heel constant kunt zijn in de toekomst. Dat is natuurlijk heel fijn. Als je fluit speelt, dan weet je gewoon dit is hetzelfde als vorige week. Dus als het niet klopt, dan zal het waarschijnlijk wel aan mij liggen. En bij ons, ja, Kunnen we toch snel de rieten de schuld geven? En dan denken we, ligt het nou aan ons of ligt het aan de rieten? Of aan de temperatuur of aan de vochtigheid en zoveel dat meespeelt. Maar het is bij jullie niet zo erg als bij de hobbo's? Nee, gelukkig niet. Ach, gelukkig niet. Nee, dat scheelt dan weer. Een hele andere vraag. Hoe ben je als, toen je nog klein was, hoe ben jij ooit bij de clarinet terechtgekomen? Ik kom uit een dorpje uit Middelimburg. En daar heb je in elk dorp een harmonie of een fanfare. En toen ik jaren of zeven, acht was, toen zag ik in het dorp de harmonie langslopen en de jeugdharmonie erachteraan. En ik had toen al het gevoel, oeh, dat zal wel iets van mij kunnen zijn. Dat is meteen En vanaf het begin vond ik dat heel interessant en hartstikke leuk. Mijn vader heeft clarinet gespeeld toen hij jong was.

SPEAKER_00:

Oh

SPEAKER_01:

ja. Heeft daarna ook het instrument weer opgepakt. En is samen met mij weer begonnen. Ja, en ik heb daar ontzettend fijne herinneringen aan. Aan zo'n rustig dorp in Limburg. Ja. Met zo'n echte harmoniekultuur. En daar zag je die harmonie voorbij lopen. Op straat waarschijnlijk. En je zag de clarinet. En toen dacht je, hé, wat is dat voor leuks. Ja, ik dacht... Dat is altijd lastig, want dan deed ik al niet meer. Er komt heel veel voorbij, trombones en trompetten. Ja, heb ik dat nou gekozen of kwam het omdat mijn vader vroeger clarinet heeft gespeeld? Het zal waarschijnlijk een combinatie zijn geweest van de twee. En toen ging je dus clarinet leren spelen. En toen kwamen ze er waarschijnlijk al heel snel achter dat dat heel goed ging. Ja, ik was heel erg fanatiek. En ik kan me nog zo goed herinneren, de eerste dag dat ik dat ding mee naar huis kreeg, dat ik zocht dus, ik geloof dat ik er geleden tot tien of Twintig keer in en uit elkaar heb gehaald. Alleen dat vond ik al heel leuk. Ja, wat schatter. Hoe oud was je toen? Ik denk dat ik zeven of acht was. Het is heel belangrijk dat je je voortanden hebt. Dus als je nog moet wisselen, dan moet je even wachten. En als je eenmaal je grote mensen tanden hebt, dan kun je beginnen. Ja. En ik heb tot mijn zestiende gewoon les gehad bij de muziekschool. Gekoppeld aan de harmonie. En daarna ging ik naar de vooropleiding in Maastricht. Toen al? Ja. Maar en hoe Want er is natuurlijk een moment gekomen dat je klarinet speelt en dat je dat heel erg leuk vindt. Maar dan is er een moment dat je zegt van, hé, ik wil daar toch mijn beroep van maken. Ik wil daar echt, ik wil klarinetist worden. Kun je je nog herinneren, is daar een moment geweest dat die transformatie zich voltrok? Ja, op de middelbare school dan is er zo'n periode, als je 14, 15 bent, dat je langzamerhand al moet voorsorteren en gaat nadenken over wat ga je doen. Als je klaar bent. En voor mij was dat. Waarschijnlijk een technische opleiding. Ergens in Eindhoven. Of aan de universiteit. Werktuigbouwkunde was het waarschijnlijk geworden. Of het conservatorium. En ik was inderdaad heel van het fanatiek. En rond die leeftijd kom je erachter. Dat dat een van de mogelijkheden is. Dat je van. Dat klinkt zo cliché. Maar van je hobby. Inderdaad echt je werk kunt maken. En dat is altijd wel echt een optie geweest. Het werd me ook ontraden. van alle kanten. Ja, die ouders die bezorgd zijn, die zeggen van oeh, die waren altijd, die hebben dat altijd ondersteund. Die vonden dat ook hartstikke fijn en een goed idee en die hebben daar nooit, als ze dat vonden, hebben ze daar nooit iets van laten merken. Maar wel docenten op school en die dan zeggen van ja, zou je niet toch een echt vak gaan leren en dat was wel verstandig en ja, je kunt ook iets anders doen waarbij je meer zekerheid hebt. Ja. Maar dan merk je toch dat ja, dan is het toch dat gevoel, die drang om dat te gaan doen is toch te sterk. En ik heb daar geen moment spijt van gehad. Want je bent natuurlijk ontzettend goed terechtgekomen. Ja, nee, absoluut. Dat is zo. Het voelt ook nog steeds niet als een beroep of werk. Ik doe het met ontzettend veel plezier. Ja, het is een soort iets wat je moet doen, is het eigenlijk. Ja, ik voel me soms ook nog steeds acht als ik op die kleinnet speel. Het is echt precies datzelfde gevoel wat je doet. En hetzelfde met alle aspecten van het kleinnet spelen. Wat leuk is en het in elkaar zetten en het bezig zijn en het prutsen met die rieten. Tot aan de... overkomelijke spanning en zenuwen die je wel eens hebt op het podium... dat voelt nog steeds alsof je acht bent. Het is echt dat zaadje wat dan op een of andere manier ergens een keer geplant is... dat blijft dan toch heel lang... draag je dat met je mee? Ja, dat vind ik wel een hele mooie metafoor. Dat je je nog steeds af en toe acht voelt als je daar op dat podium zit... en je bent met die muziek bezig en zo. Maar toen ging je naar het conservatorium dus... en toen heb je gestudeerd bij Leo van Tol... Dat is volgens mij de eerste clarinetist van het Maastrichts Orkest. Maar ook Sharon Kamm, maar dat was waarschijnlijk later. Was hij in Nederland? Ik heb bij Sharon Kamm een masterclass gevolgd. Twee weken lang in Wenen. En dat was de eerste keer dat ik in mijn eentje naar het buitenland ging. Het is tegenwoordig, ik zie dat zelf, ik geef les in Amsterdam. Daar komen jonge mensen binnen in de bachelor. Die zijn 18, 19 en die komen uit... de hele wereld. Verenigde Staten, Australië, Portugal, noem maar op. En ik vind dat zo ongelooflijk knap dat je op die leeftijd eigenlijk de halve wereld overreist en dan op een plek gaat wonen die je niet kent om muziek te gaan studeren aan het conservatorium. En als ik terugdenk hoe ik was toen ik 18 was, ik had dat niet gekund. Ik vind dat zo ongelooflijk knap dat je op die leeftijd zo zelfstandig... Wat dat betreft vond ik het al heel spannend om thuis te blijven wonen en elke dag naar Maastricht af te reizen. En uiteindelijk een paar jaar later dan op kamers te gaan. Nou ja, dat ik dus naar Charon Cam ging een paar weken was voor mij gewoon dat heeft mijn wereldbeeld wel veranderd. En mijn ogen gingen wel open wat er allemaal nog buiten Maastricht en Limburg te doen was. Ja, nou en Ween is natuurlijk ook wel een geweldige stad om daar dan te zijn een paar weken. En wat voor school heeft die Charon Cam dan? Ja, zij geeft tegenwoordig les in Han Maar ik heb dus niet bij haar vast gestudeerd. Nee, dat weet ik. Alleen in die master. Maar zij geeft sinds vier of vijf jaar les in Hanover aan het conservatorium. En het toeval wil dat er een student van haar een uitwisseling heeft gedaan met Amsterdam. En dat ik dan haar toevallig heb lesgegeven, die uitwisselingsstudent. Dus voor mij was toen ook wel vorig jaar een beetje de cirkel rond dat dat dan uiteindelijk weer terugkomt. Geweldig. Maar ja, zij heeft nu inderdaad een vaste klas. En als ze dat toen had gehad, dan was dat absoluut... de plek geweest waar ik denk ik had willen gaan studeren. Maar er staan nog meer hele mooie namen. Je hebt ook nog lessen gehad van Carl Leister. Ja. En dat is de solo clarinetist van de Berliner. Ja. Ja, dat is ook waarschijnlijk een masterclass ergens. Ja, zo werkt dat. Als je jong bent en je studeert ergens en je wil iets, dan ga je op bezoek bij alle grote voorbeelden die er dan te vinden zijn en die ergens lesgeven. En Carl Leister is natuurlijk wel een hele grote. Dat is een instituut op zichzelf. Ja, dat was alleen al spannend om gewoon hem te ontmoeten, denk ik. Ja. Iemand met zo'n naam en uitstraling. Ja, al die ervaringen die je opdoet op verschillende plekken, die neem je dan weer mee. Ja. En dan ook nog Hans Kolbers van het Residencieorkest. Ja. Staat erbij. En Arno Pieters. Ja, dat klopt. Ik heb in Maastricht gestudeerd bij Leo van Tol en na mijn studie in Maastricht ben ik naar Amsterdam verhuisd en ben ik gaan studeren in de master in Amsterdam. En toen, in die tijd dacht ik nog ik verlaat Lynn en ik kom daar nooit meer terug. Er is een symfonieorkest in Maastricht, maar verder is het muziekleven is daar minder rijk als in Amsterdam, waar natuurlijk zo'n beetje ongelooflijk veel te doen is. En toen ben ik daar gaan studeren bij Hans Kolbers en Arne Pieters. Arne Pieters is ex-klientist van het Concertgebouworkest en Hans Kolbers de klientist van het Residentieorkest. Hans Kolbers heeft ook in Maastricht gestudeerd toen hij jong was. Arne Pieters ook. Dus het was ook wel een link. Ik voelde me daar heel erg vertrouwd bij. En Hans Kolbos was de allereerste leerling van Leo van Tol. Ik was de allerlaatste leerling van Leo van Tol. Dus dat vond ik ook wel heel leuk. En toen ik daar aan de master zat, toen won ik een baan. Een auditie in het Limburg Symfonieorkest. Ja, daar wou ik net opkomen. Dus toen ben ik toch maar weer terug verhuisd naar Maastricht. Ja, want je studeerde in Amsterdam. En je bent daar Koemlaude afgestudeerd. Met Hunkt. En Dus tijdens je studie kreeg je al een baan in het Limburgse Orkest? Ja, dat klopt. Dat was toen nog het Limburgse Sinfonieorkest. Tegenwoordig is dat de Philharmonie Zuid-Nederland, een fusioorkest. Net als Vion een fusioorkest is van het voormalig Gelders Orkest en het Orkest van Toosten. En toen dus mijn belofte van nou ja, ik ga naar Amsterdam en ik ga daar mijn leven op bouwen, had ik snel eigenlijk al na vijf maanden al verbroken.

SPEAKER_03:

Oh,

SPEAKER_01:

zo kort? Ja, heel snel. Je hebt er maar vijf maanden? Ja, echt heel kort. Ik heb mijn studie afgemaakt, maar Maar vanuit Maastricht. Dus je woonde al die tijd nog in Limburg, in Maastricht. En je ging vijf maanden naar Amsterdam. Maar daarna kwam je al meteen weer terug. Ik ben meteen teruggegaan. Ja, als je ergens vast in een orkest zit. En je moet elke week natuurlijk gewoon de orkest twee keer draaien. Ja, dan is het onmogelijk om dat alleen maar te bereizen. En zeker als je net begint. Ik dacht nog allemaal, ik ga dat wel combineren en ik kan dat wel. Maar dat is wel heel zwaar hoor. Ja, precies. 22 bent en je eigenlijk weet je nog helemaal niks. Nou ja, al het repertoire is nog, denk ik, vrij nieuw. Alles is nieuw. En je bent nog maar 22. Ongelooflijk. Ja, en dan is het hard werken om dat allemaal voor elkaar te krijgen. En dan wil je natuurlijk die concerten ook heel goed doen. Dat is meestal vrijdag, zaterdag, zondag. Maandag een dag vrij en dinsdag begin je weer met nieuw repertoire. En als je wat jaren ervaring hebt, dan gaan die dingen steeds makkelijker en

SPEAKER_02:

makkelijker.

SPEAKER_01:

Maar in het begin was dat echt wel hard werken, omdat allemaal om goed voor te bereiden.

SPEAKER_02:

Ja.

SPEAKER_01:

En zeker in combinatie met de studie in Amsterdam. Zo. Was het even aanpoten die eerste paar jaren. Ja. Maar ik heb daar ontzettend veel van geleerd. En hoe lang ben je dan nog in Limburg geweest? Want je ging daarna, volgens mij, naar het orkest in Enschede. Orkest van het Oosten. Want daardoor ben jij in die fusie terechtgekomen. Ja. En hoe lang heb je in Limburg gespeeld? Drie of vier jaar. Ik denk drie jaar Limburg zijn symfonieorkest en ik heb nog een jaartje fusie meegemaakt met Philharmonie Zuid-Nederland. Ik heb mijn vrouw ontmoet die speelt fluit in dat Limburg symfonieorkest. En het toeval wilde, zij had ook al een baan in het Gelders orkest. Ze heeft dat een tijdje gecombineerd. En toen moesten er helaas heel veel jonge mensen weg door die fusie. Rond 2013, 2014 was dat denk ik. Iets later. En toen ben ik samen gaan wonen met mijn vrouw in Arnhem. Ik had het geluk om om opnieuw een auditie te winnen in het Orkest van het Oosten. En ja, jaren later zijn die twee orkesten inderdaad met elkaar gefuseerd. En dus nu werken wij weer samen, net als vroeger, in hetzelfde symfonieorkest. Wat een verhaal is dat. Dus jullie begonnen eigenlijk dan wat nu Viol Zuid is. En samen zijn jullie dan eigenlijk terechtgekomen in wat nu Vion is. Wat een ongelofelijke situatie. Ja, en dat is ook een luxe. Het is in ons werk... natuurlijk lastig om ergens een vaste aanstelling te krijgen met een orkestbaan. Je wordt al zo erg doorgeselecteerd vanaf jonge leeftijd en er zijn natuurlijk heel weinig plekken. Dus als je dan bij elkaar in het orkest terechtkomt, dan is dat wel heel bijzonder. Dat is wel een kans van één op de miljoen, denk ik. Daar zijn we ook nog steeds elke dag heel blij mee en heel dankbaar voor. Ja, dat is echt ongelooflijk. Maar je bent niet alleen klein, het is in het orkest Je geeft ook nog les, want je geeft inmiddels les op het conservatorium. Maar wat me ook nog opviel, ik heb ook iets gezien dat je geeft ook les aan jonge kinderen. En dat is ergens in Renkum. Kan dat kloppen? Ja, dat klopt. Ja, dat is niet meer zo. Maar dat heb je wel gedaan. Dat klopt. Ik kom natuurlijk uit, dat zei ik al, uit die harmonieke orkestcultuur. Wat voornamelijk wat je in Limburg ziet, dat elk dorp heeft een harmonie of een fanfare. Ik heb daar ook nog een enorme sympathie voor nog steeds. Dus toen ik naar Arnhem verhuisde, toen gaf ik eigenlijk nergens meer les. Ik had alleen mijn orkestbaan. En ik miste dat lesgeven zo ontzettend. Dus ik ben heel hard op zoek gegaan om ergens les te geven. En ik wilde heel graag niet thuis alleen privéles geven, maar juist die connectie zoeken met zo'n vereniging. Waarbij, dat is voor mij heel herkenbaar. Maar ik vind het ook heel leuk om te zien dat die jonge kinderen binnenkomen, helemaal niets kunnen op zo'n instrument. En na twee of drie jaar gewoon in een groep gaan zitten en een sociaal leven opbouwen in zo'n vereniging. En dat heb ik heel lang gedaan. Onder andere inderdaad bij een muziekschool in Renkum, die verbonden was in de harmonie daar. Maar toen ik ben begonnen met mijn baan op het conservatorium in Amsterdam, ja, dat is niet meer te combineren. Dus dat is echt het enige wat ik nu zo echt als vaste dingen zie in mijn leven, is het orkest en die baan in Amsterdam. Wat ik zo mooi vind aan het lesgeven aan jonge kinderen is dat... al die muziekscholen zijn eigenlijk weggevallen. En het is nu heel moeilijk voor jonge kinderen... om in contact te komen met die muziekinstrumenten. Met een muziekschool was dat veel eenvoudiger. En dat kan nu eigenlijk niet meer. Daarom vond ik het zo'n mooi streven van jou... om dat dan daar in zo'n soort groepsverband... eigenlijk te doen voor die kinderen. Ja, je ziet dat de plekken waar het muziekleven... nog enigszins bloeit. Dat is vaak als er zo'n vereniging aangekoppeld is. Omdat je merkt dat... Muziek maken is vooral heel leuk als je het samen doet met anderen. Dat vinden kinderen natuurlijk ook zo. Dus zo'n eerste twee jaar is altijd hard werken. Net als dat je in groep drie leert lezen en schrijven. Dat vergeten we altijd wel eens. Zo leuk, je gaat naar groep drie en nu leer je de letters en de zinnetjes en de woordjes. Maar het is voor die kinderen echt keihard werken. Het moet natuurlijk leuk zijn, maar tegelijkertijd is het ook gewoon heel veel werk om dat allemaal... voor elkaar te krijgen. Met muziekles is dat niet anders in de eerste twee jaar. En daarna pluk je daar de vruchten van als je gaat samen zitten met andere kinderen en je gaat samen muziek maken. Je ziet dat in zo'n vereniging, vooral omdat dat natuurlijk heel sociaal is, dat dat plekken zijn waar dat nog goed gaat. En er natuurlijk ook een hoop vrijwilligers zich inzetten om die kinderen allemaal de muziek in te trekken. Ja, maar dat is nou juist zo mooi van het zuiden, van Limburg. Daar heeft ieder dorp, heeft heeft daar een soort van harmonie. En als er maar in een of andere feestdag is... een naamdag, een gedenkdag... dan gaan al die harmonieën de straat op. Dus die kinderen zien dat dan ook. En het is veel zichtbaarder... en veel meer verenigingsleven voor de muziek. Nee, en er zijn tegenwoordig gelukkig... wel heel veel nieuwe initiatieven. Ja, dat wel. Maar sinds de kaalslag in 2014... en dat natuurlijk zoveel muziekscholen zijn verdwenen... is het wel heel erg lastig geworden. En merk je ook dat met landen... om ons heen is het verschil natuurlijk ook wel erg groot geworden. Je kunt in België, kun je voor 100 euro per jaar naar de muziekschool. Juist. En dan wordt, dan heb je ook nog echt een muziekschool met een directeur en een conciërge en een plek waar er echt gewoon professioneel mooie les wordt gegeven. En helaas is het op dit moment wel zo dat er nog steeds veel les wordt gegeven in Nederland, maar qua locaties zitten toch vaak op de naschoolse uurtjes op een een basisschool of een middelbare school. Het is niet meer zoals het een tijdje geleden was.

SPEAKER_02:

Mijn punt is ook dat... vroeger kon je

SPEAKER_01:

in Nederland, betaalde je naar rato. Dus als je niet heel veel verdiende... dan betaalde je ook maar heel weinig voor die muziekschool. En zo zijn er heel veel kinderen... hebben dus de beschikking gehad over die muzieklessen... en over het huren van een instrument. En dat kan eigenlijk nu niet meer. Dat vind ik zo vreselijk jammer.

UNKNOWN:

MUZIEK

SPEAKER_01:

Nou, de hamvraag die in de orkestcast altijd wordt gesteld. Welke muziek lig je het meest na aan het hart? Of welke muziek heeft een transformerende invloed op je gehad als muzikus? En ik zie je nu heel prachtig in wat cd's graaien en er ligt iets bovenop. Ja, dat is meteen een cd die me ook echt aan het hart ligt. Een live opname van Daphnis& Chloe. En dan, je bedoelt die hele grote uitvoering met het grote orkest, met het koor, met het koor dit keer. Alles erop en eraan. En dit is een opname? Dit is een opname van het Limburg Symphony Orchestra, waar ik in meespeel, maar als echt jong iemand, als tweede clarinetist. Dat is een van mijn eerste ervaringen in het orkest. In het Het concertgebouw. Volgens mij het zondagochtendconcert. En het is echt een ongelooflijk goede opname. Is later ook uitgegeven door Radio 4. Als een van de live opnames in dat

SPEAKER_00:

jaar.

SPEAKER_01:

En als ik daaraan terugdenk. Dat was ook echt een van de momenten. Ik denk dat ik een jaar of 19, 20 was. En dat ik dacht. Dit is wat ik wil doen. Dit is zo ontzettend mooi. Dat is ook. Waarom wil je graag het orkest in? Omdat dat de plek is waar je muziek kunt spelen. Die je nergens anders kunt spelen. Al die mooie muziek die geschreven is. wat het orkest is, dat kun je alleen maar spelen als je daarin zit. En als je dat niet doet, dan kun je al dat repertoire niet spelen. En dat wilde ik doen. Kijk eens, toen had je nog geen baan of net wel? Nee, ik studeerde in Maastricht. Ik werd op freelance basis af en toe gevraagd om mee te spelen. En dit was een van mijn eerste ervaringen. En echt een fantastische ervaring.

UNKNOWN:

Ja.

SPEAKER_01:

Wat vond je zo prachtig aan de muziek van Ravel of aan het stuk? Ravel is natuurlijk een meester in orkestreren. Hij gebruikt instrumenten in liggingen die niet gebruikelijk zijn. En dat impressionisme is, ik vind dat zo ongelooflijk mooi. Ik vind dat ook de muziek waar ik mij het makkelijkst in kan uitspreken op het instrument. het is ook muziek waar ik als als clarinetist meer mijn ei in kwijt kan omdat je vaak juist dat kleuren en dat ondersteunen en je plekje zoeken in het akkoord of in het orkest waar dat zo ongelooflijk belangrijk is dat kleuren is veel belangrijker dan gewoon wat er staat in het akkoord of als je een Beethoven symfonie speelt dat is ook zo leuk aan ons werk natuurlijk ja ik speel dan meestal eerst de clarinet en je hebt af en toe een solo maar het leuke Ja, mooi antwoord. Heel mooi. Maar ik zie nog iets liggen hier. Ja, dat is dezelfde cd. Oké, maar dat is onderleiding van... Het Limburg Symfonie Orkest onderleiding van Het Spanjaard. In 2008 in het concertgebouw. Ah, daar gaan we een paar mooie fragmentjes uithalen. Maar ik zie nog wat liggen tot mijn grote blijdschap. Dat is Sharon Kam. Die hebben we eerder gedraaid al. En ik zie nog iets liggen. Rachmaninoff. Even kijken wat je hebt meegenomen. Koninklijk Concertgebouworkest. Rachmaninoff, welke is het? Is het symfonie nummer twee of is het het doden eiland? Het is symfonie nummer twee. Oké, vertel eens. Dit is natuurlijk ongelooflijk mooie muziek. Met een gigantisch grote, lange, mooie clarinet solo. Oh, dat is in het langzame deel. Dat is die symfonie. Maar wat ik vooral zo mooi vind aan deze cd... is de clarinetist die het speelt. Dat is George Peterson. Dat is jarenlang de solo-artist geweest van het Concertgebouworkest. Speelt op dat Nederlandse systeem. Speelt met vibrato. Wat ook heel bijzonder is. Heel bijzonder. Zeer ongebruikelijk. Dat is ook iets wat in ons vak meestal niet mag. Ik doe dat ook heel graag. Ik vind dat heel leuk om te doen. Maar zeker als je dat kunt verweven in een natuurlijke manier van spelen in klassieke muziek. Dan is dit echt wel een ongelooflijk mooi voorbeeld van hoe ook kan. En je merkt toch dat we de laatste tien jaar, vijftien jaar, ook door die internationalisering zo naar elkaar toe groeien in speelmanier. Dat we eigenlijk ook verwachten dat iets klinkt op een bepaalde manier. Als je kijkt naar opnames van dertig, veertig, vijftig jaar geleden, dan kan iemand echt een hele eigen manier hebben van spelen en een eigen geluid en een eigen stem. En dat verdwijnt voor mijn gevoel toch een beetje. Ja, door die internationalisering. Alles gaat naar elkaar toe groeien. Absoluut. En ik doe daar zelf een soms ook aan mee, omdat als je een auditie doet ergens, dan zijn er gewoon wel bepaalde verwachtingen en je speelt op een bepaalde manier om natuurlijk uiteindelijk verder te komen en iets te bemachtigen. Maar je verliest daardoor soms wel een beetje iets van jezelf. En dus is het goed om af en toe even terug te grijpen op wat er allemaal al geweest is en om te zien hoe het ook kan. En daar is bij deze opname zelfs zo ongelooflijk uniek en eigen Dat je meteen hoort, ik weet wie dat is. Dat is George Peterson. Maar speelde hij dan heel vaak met vibrato? Of deed hij dat specifiek alleen voor deze... Het was niet aan of uit. Het is niet dat je altijd met vibrato speelt. Maar hij kon het op de juiste manier gebruiken. En deed dat dus ook veel. En bij dit soort muziek, zeker met een lange lijn, een lange note. Dan komt dat echt tot leven. En om dat dan op een natuurlijke manier te doen. Dat zijn wij als klantisten helemaal niet gewend. Er zijn ook weinig scholen die dat doen. In Duitsland hoor je het helemaal niet. In Frankrijk soms een klein beetje, maar eigenlijk ook niet. In Engeland heel veel. En je hebt toch ook wel een soort van Nederlandse school. Waarbij ik denk ik toch weer die naam George Peterson noem. Die dat ook heeft.

UNKNOWN:

MUZIEK

SPEAKER_01:

Een ander dingetje, behalve dat jij natuurlijk heel geweldig speelt in het orkest, zet je je ook nog op een andere manier heel erg in voor het orkest. En dat is via de OR, om maar eens eventjes een wilde zijstraat in te gaan. Ik heb dat altijd met bewondering bekeken, want je was er ontzettend druk mee. En vooral natuurlijk met die fusie moet dat een ongelooflijke klus zijn geweest voor de OR. En dat heb je hoeveel jaar nu gedaan?

UNKNOWN:

Ja, dat heb ik al een paar jaar gedaan.

SPEAKER_01:

Vijf jaar inmiddels. Zo. Maar je hebt hier rot gewerkt. Ja, nou we hebben natuurlijk ook echt wel een hoop meegemaakt. En als je welk bedrijf dan ook viseert met elkaar... dan is er heel veel dat verandert. Dat ook veranderd moet worden. Want heel veel dingen passen nou eenmaal niet meer... bij de nieuwe tijd als nieuw bedrijf. En dat kan een heel saaie werktijdenregeling zijn. Maar ook een formatieplan. Allemaal best wel grote onderwerpen... die te maken hebben met een soort reorganisatie. En daar komt een OR nou eenmaal om de hoek kijken. En dat is ook een kant van mezelf die ik heb moeten ontdekken. Ik heb daar veel geleerd. Ik ben heel blij dat ik dat gedaan heb. Ik vind het ook heel leuk om te doen. Het mooiste wat ik heb ontdekt... is dat je niet al zo erg tegenover een directie hoeft te staan. Je komt er eigenlijk achter als je veel met elkaar spreekt... dat je natuurlijk allebei hetzelfde wilt. En je wilt het beste hebben... voor het orkest in de toekomst. En als je dus veel met elkaar praat... dan zijn er meestal veel meer overeenkomsten... dan dat er verschillen zijn. En dan kom je er eigenlijk altijd samen uit. En dat moet natuurlijk ook kunnen. Je moet een OR hebben die natuurlijk graag wil samenwerken... en een directie die graag wil samenwerken. Maar als dat er is... dan kun je met z'n allen echt iets heel moois doen. Ik doe dat ook nog eventjes. Nog eventjes? Het is nu bijna klaar, hè? Bijna klaar, nog een jaartje. Dan moet je statutair vervangen worden, geloof ik. Ja, ja. Want je doet nog veel meer met muziek. Want je zit ook nog in Ensemble 88. Dat klopt. En doe je daar hele experimentele muziek mee? Of gaat dat wel? Nee, dat is echt hedendaagse muziek. Dat is een ensemble uit, een grote verrassing, 1988. Zo lang bestaat het. Daarom heet het Ensemble 88. En daar worden eigenlijk alleen maar nieuwe composities uitgevoerd. Die speciaal geschreven zijn voor het ensemble. Of composities van de afgelopen tien jaar. En dat is het. inderdaad hedendaags. Dus van het opnieuw interpreteren van een klein Bach-koraal met iemand die op de achtergrond allemaal gekke geluiden maakt met slagwerk of bijna de afwas doet en heel komisch is. Ik had je dat hier voordat we begonnen al verteld. Ik heb een tonnetje opgeofferd van mijn instrument en daar een gat in laten boren, zodat daar een microfoon in gezet kan worden, zodat je dat kunt aansluiten op de computer. En dan zijn er weer gecomponeerd, waarbij je digitaal van alles toevoegt aan dat instrument terwijl het je live speelt. En even voor de luisteraar, wat is een tonnetje van je instrument? Een klarinet bestaat uit vijf delen, want dan past die makkelijker in de koffer. Ik denk dat dat eigenlijk de enige reden is. En je hebt een mondstuk bovenaan en dan krijg je een tussenstukje, een tonnetje. Dan krijg je twee delen met kleppen en helemaal beneden zit een beker. En dat tonnetje, dat is een stukje 6, 7 centimeter is dat En als je je instrument opnieuw moet stemmen, dan hoef je dus niet een heel nieuw instrument te kopen. Want als het uit één stuk zou zijn, dan kun je hem niet korter of langer maken. Maar als je een korter of een langer tonnetje ertussen zet, dan maak je je instrument korter of langer en kun je dus makkelijker stemmen. Juist. Dat is eigenlijk de reden. Kijk, weer wat geleerd. Maar je hebt dus een gaatje laten boren in dat tonnetje en daar zit een microfoontje in. Ja, want als je dat niet doet, dan heb je een externe microfoon en die zet je bijvoorbeeld naast het instrument. instrument, maar als je die in de buurt van een speaker zet, dan krijg je van die feedback.

SPEAKER_02:

Ja, en dan krijg je enorme piepgeluiden.

SPEAKER_01:

En dan krijg je een enorme piep, ja, en dat werkt helemaal niet. En aangezien heel veel werken tegenwoordig toch echt wel uitversterkt zijn met de computer, is het wel echt een uitkomst om het zo te doen. Ja,

SPEAKER_02:

en dat doe je dan best wel veel mee, want anders zou

SPEAKER_01:

je niet zomaar een gaatje in een tondentje laten horen. Nee, dat klopt. Nee, dat is echt bijna elk concert gebruiken we dat tegenwoordig. Ja. Jeetje.

UNKNOWN:

Ja.

SPEAKER_01:

En dat zijn ook allemaal dingen die ik moet leren. Maar dus ook afkijken van mijn studenten. Want je merkt dus dat er een hele nieuwe generatie cliëntisten opkomt. En die zijn gewoon gewend om als ze een concert geven iets te doen met licht en microfoons en een monitor. Ah, dus het is eigenlijk een soort crossover concept. Het is een visueel aspect. Absoluut. Dat hadden wij dan vroeger niet. Nee, maar ik ook niet. Dus er is eigenlijk Ik ben nu 37, maar er is de laatste tien jaar zo ongelooflijk veel veranderd. En je merkt gewoon dat als studenten nu afstuderen, dat je wil dat ze niet alleen clarinet kunnen spelen, maar dat ze ook gewoon een concert helemaal van voor tot achter kunnen organiseren. Maar ook conceptueel gewoon iets kunnen uitdenken waarbij je niet alleen maar clarinet speelt. En dan zijn dit soort dingen heel belangrijk. Ja, ik vind dat fascinerend. Ik vind dat eigenlijk heel erg beveilend. Want wij waren vroeger alleen maar bezig met dat instrument en het moet zo goed mogelijk, want je moet een auditie winnen of iets dergelijks. Maar nu ga je echt from scratch ga je eigenlijk een idee verzinnen. En met misschien wel beelden erbij of een spreker erbij of wat dan ook. Ja, dat is wel heel fantastisch. Dat wordt ook vanuit het conservatorium waarschijnlijk gestimuleerd. Ja, dat is het gekke. Volgens mij wil het conservatorium dat graag stimuleren. Maar dat hoeft helemaal niet, want dat komt dus echt uit die studenten zelf. En ook op hun verzoek hebben we vorig jaar een aantal voorspeelavonden elk jaar. En een van die voorspelavonden had vorig jaar een thema. En het thema was zang. En dan maakte het eigenlijk niet uit wat men deed, als het maar iets te maken had met zang. En dan zag je dus dat mensen popnummers omschreven en dat op klein net speelde. Je zag mensen die zelf iets componeerden. Je zag een aantal Spaanse studenten die echt volksmuziek uit hun thuisland meenamen naar zo'n voorspelavond. Maar heel breed en op een ongelooflijk hoog niveau... allemaal iets totaal anders deden... met dat ene woordzang. En dan zie je dus dat daar gewoon... dat mensen op een hele andere manier creatief zijn. En het werkt ontzettend bevrijdend.

SPEAKER_02:

Ja.

SPEAKER_01:

En het is iets wat nu vast te prikken is... ook elk jaar in die voorspeelavonden. Wat geweldig. Wat leuk zeg. Ik ben er gewoon jaloers op. Ja, ik ook. Ik zou het liefst nog weer eens opnieuw beginnen... en dan allemaal van die leuke dingen uitwerken. Maar ja, goed... Dat is voorbije tijd. En hoe zit het? Zijn er alweer Nederlandse studenten op het conservatorium? Dat is een hele gevaarlijke vraag. Ja, precies. Ja, dat weet ik. Van de twintig Kleinet-studenten zijn er twee Nederlands. En de aanwas is echt heel karig. Dat is eigenlijk niet meer bestaan, denk ik, op dit moment. En er zijn natuurlijk wel jonge muzici uit Nederland. Maar veel mensen kiezen toch... tegenwoordig als ze iets anders kunnen, ook voor iets anders. En het niveauverschil begint ook wel groot te worden.

SPEAKER_02:

Hoe legt dat eens uit?

SPEAKER_01:

Nou ja, als er audities zijn voor een eerstejaarsbachelor, dus dat zijn jongens en meisjes van 18, 19, dan selecteer je toch op kwaliteit en competenties op die leeftijd. En dan is het verschil tussen Nederlandse eventuele studenten en buitenlandse is erg groot, waarbij de Nederlanders echt het ondersput delven op dit moment. En dat komt natuurlijk gewoon door de muziekscholen die er niet meer zijn. Het niveau is echt heel jammer. Maar dat is eigenlijk net wat ik net zei, toch? Ja. Dat is wel heel droevig. En dan nog iets, hè? Als ik nu in de symfonieorkesten kijk in Nederland, alle nieuwe aanwas, daar zitten zo ongelooflijk veel Spanjaarden tussen. Wat is er gebeurd in Spanje? Ja, daar hebben ze natuurlijk al die opleidingen nog. Die zitten goed in elkaar. Goede docenten. En er zijn ook wel een aantal regio's die lijken, ik maak toch wel maar even de link met Limburg, die lijken heel erg op Limburg. Dus de regio rond Valencia. Er zijn ook zo'n universiteit heeft daar een studie naar gedaan om te vergelijken wat er nou gebeurt in Limburg en in de regio Valencia, omdat ze daar al die banda's hebben, wat natuurlijk gewoon de harmonieorkesten zijn in Spanje. Oké. En daar heb je ook in elk dorp een harmonieorkest. En dus ook heel veel kleinetisten en heel veel fluitisten en heel veel blazers. Ja, maar het zit ook in de strijkers. Het zit hem ook in de strijkers, ja. Violen, bassen, altviolen, celli. Het is onvoorstelbaar. Dus ik vroeg me altijd af, wat is er gaande in Spanje? Ja, heel fanatiek. Wordt goed lesgegeven. En de muziekscholen hebben een heel goed systeem. Waarbij je ook voordat je de conservatoriumleeftijd hebt, heb je nog een soort muziekschool die daartussenin zit. Voor de extra getalenteerde mensen. En daar wordt ook op geselecteerd. En dat werkt ontzettend goed. Een soort voorstadium waarbij je eigenlijk al geprept wordt de goede richting in. Ja. Ah zo.

UNKNOWN:

Ja.

SPEAKER_01:

Dan zijn we in Nederland ver van verwijderd. Op dit moment wel. Nou Johan, volgens mij zijn we al aan het einde gekomen van deze mooie aflevering. Ik wil je heel erg bedanken voor het mooie gesprek en voor je openheid. En ik wil je vooral ook heel erg veel succes wensen met het Mozart clarinetconcert wat we in september overigens samen gaan doen. Want ik zit ook op het podium. Oh, dat vind ik ontzettend leuk om te horen. Wat fijn. Ik doe dan ook nog vrolijk mee ook. Heerlijk. Johan, ik wil je heel erg bedanken. Bedankt om hier te zijn, te mogen zijn. Tot snel.

UNKNOWN:

Tot snel.

SPEAKER_01:

INTROMUZIEK

People on this episode